16 september 2019 zat ik in Hajé Joure tegenover Daniëlle Hekman. Op haar verzoek om eens te praten over de op handen zijnde boerendemonstratie van 1 oktober die FDF mee organiseerde.
Van een afstandje had ik het tot dan toe gevolgd; de uitspraak van ‘vriend van de sector’ Tjeerd de Groot en de reacties daarop. Die onbekende Brabander die de boeren in het hart leek te raken.
De groeiende actiebereidheid, de boeren van Nederland die op leken te willen staan tegen al die aantijgingen die we al jaren slikten. Ging er nu dan E-I-N-D-E-L-I-J-K iets gebeuren?
Daniëlle vertelde over hun jonge club, over hun standpunten. Het vuur spatte er af. En kwam uiteindelijk met de vraag: wil jij voor ons woordvoerder zijn? Zonder enig spoor van twijfel zei ik ‘ja’.
Sindsdien beleef ik de meest intense periode in mijn 20 jarig belangenbehartiger-schap. Met een mooie groep mensen die volstrekt belangeloos hún sector verdedigen binnen een klein bestuur. Zonder dubbele agenda, zonder ego maar met hart en ziel.
Onder een voorzitter die met enorm veel passie de belangen van de sector dient. Die duizenden (jonge) boeren wist te raken, wist te bewegen tot die prachtige Force waar heel Nederland stil van werd. Op 1 oktober, op 16 oktober en op al die regionale actiedagen.
Voor het eerst sinds jaren ging bij de boeren de rug weer recht en de kop in de wind. Fier, trots en zelfbewust. En vooral in saamhorigheid.
FDF scoorde ook op andere terreinen. Met het Landbouwcollectief. Met het plan van aanpak dat dit collectief al na vier weken aanbood aan minister Schouten. Waardoor het RIVM met de billen bloot moet. Waardoor de stikstofproblematiek uitdrukkelijk op de politieke agenda staat.
FDF scoorde in de provincie Friesland waar de stikstofplannen in de prullenbak verdwenen en afgelopen vrijdag de dertiende ook in Brabant. Daar koos het CDA voor haár boeren, háár achterban door de volharding van de FDF strijders die onvermoeibaar actie voerden. Waarmee ook in Brabant de stikstofplannen – die desastreuze gevolgen hebben voor alle Brabantse boeren – nu niet door kunnen gaan. Wat een succes voor een club die pas een half jaar bestaat, met een team van bestuurders zonder vergaderervaring!
Voorafgaand aan het besluit van het CDA, werd er door diverse vertegenwoordigers gebruik gemaakt van het inspreekrecht. Ook door de voorzitter van FDF. Recht vanuit zijn hart. Over hoe hij het leven als boer in Brabant en Nederland ervaart. Mark refereerde aan 75 jaar geleden, aan het beleid van toen. De media legde zijn verbanden. Met onvoorziene gevolgen.
Wij beleven als boeren momenteel een tijd waarin we als groep ervaren dat we verantwoordelijk worden gesteld voor bijna alle sociale, economische en milieu gerelateerde problemen die Nederland heeft. En dat al jarenlang. Wij hebben daardoor milieudoelen opgelegd gekregen. Die we allemaal binnen de daarvoor gestelde termijn hebben behaald. Met hoge kosten voor onze rekening.
Andere niet-landbouw sectoren kregen deze doelen niet opgelegd en worden er ook niet op afgerekend. Maar mogen doorgaan met hun bewezen vervuilende praktijken. Waardoor Nederland er milieutechnisch nooit op vooruit zal gaan.
De boerenberoepsgroep moet echter alsnog flink worden gereduceerd, vinden bepaalde groepen in de maatschappij. Ze moeten hun dieren weg doen, hun bedrijven beëindigen en plaats maken voor schimmige doelen zonder enige wetenschappelijke onderbouwing. Zodat anderen door kunnen gaan met hun vervuilende praktijken.
Dat veel boeren van Nederland zich daardoor onveilig en ongewenst voelen; ervaren dat ze moeten wijken – óók als ze dat niet willen; zijn díe vergelijkingen waar wij ons zorgen over maken.
Juist dat gevoel was voor een groot deel de reden voor 1 oktober. Of zijn we dat nu al weer vergeten? Wellicht was de vergelijking onhandig. Maar dat gevoel van minderwaardigheid onder veel boeren, zou zeker serieus genomen moeten worden.
Terug naar nu. Naar FDF. Naar die prachtige Force die de Nederlandse boeren zo nodig heeft en omgekeerd. Elimineren we nu zelf de man die ons voor het eerst sinds jaren weer gevoel van eigenwaarde heeft gegeven? Gooien we de eensgezindheid aan de kant die we zo geweldig opgebouwd hebben? Spelen we onze tegenstanders zo gemakkelijk in de kaart? Of zoeken we weer de verbinding en voorkomen we die tweespalt die onze sector jarenlang heeft gegijzeld.
Deze kleine groep mensen die samen het bestuur van Farmers Defence Force vormen, heeft in een half jaar meer losgemaakt en gepresteerd dan al die andere belangenbehartigers. Eenheid onder boeren, vuur, elan en gevoel voor eigenwaarde. Nog nooit gingen we zo vastberaden vóóruit. Nog nooit werd er zo rekening gehouden met onze sector. En dat begon in Brabant. Dat begon bij Mark.
Mijn ‘ja’ tegen FDF op 16 september is het beste besluit dat ik als belangenbehartiger ooit heb genomen!
Sieta van Keimpema,
Woordvoerder FDF