Persbericht: “Assumption is the mother of all fuck-ups”

Rumoer in de media over de Mesdagcijfers. Rumoer over de emissie grafiek in het rapport van de Commissie Remkes. Het RIVM dat zich via een tweet, distantieert van de grafiek in het rapport van de Commissie Remkes … je zou van minder al ernstig in de war raken.

Toch zijn er conclusies te trekken uit de verschillende rapportages waar iedereen het over eens schijnt te zijn:

  • Het rapport van de Commissie Remkes geeft een beeld van de totale emissie van stikstof in Nederland en niet van de depositie op Natura 2000 gebieden. Op grond daarvan doet de Commissie Remkes aanbeveling
  • Nederland heeft geen emissie beleid maar een beleid aangaande depositie op kwetsbare natuurgebieden. Waardoor de effectiviteit van de aanbevelingen van de Commissie Remkes twijfelachtig zijn.
  • Voor meer dan veertig N2000 gebieden geldt dat: “als alle koeien weg zijn uit Nederland, er geen auto meer op de weg rijdt, elke fabriek is gesloten en de laatste mens is geëmigreerd, nog de stikstofnorm wordt overschreden”. De normen zijn daardoor onhaalb Waardoor het beleid niet effectief is en dus in strijd met de habitatrichtlijn.
  • Alle geproduceerde stikstof zit in het model, maar is niet gekoppeld aan individuele bedri Waarmee de stikstofproblematiek een juridische (dus papieren) wordt.
  • Emissiearme stallen worden niet op locatie meegenomen / vastgelegd.
  • Alle individuele landbouwbedrijven en hun individuele emissie zijn in beeld (via I&R en Landbouwtelling). Duizenden kleine en middelgrote industriële bedrijven ni Daardoor is niet te bepalen wie de piekbelasters zijn rondom kwetsbare N2000 gebieden. Als de piekbelasters niet te bepalen zijn, kan er geen effectief beleid worden opgesteld.
  • De emissiegegevens worden door beleidsmakers en politici oneigenlijk gebruikt

Bovenstaande met elkaar opgeteld stelt FDF vast dat ingrijpende maatregelen zoals het verplaatsen of opkopen van bedrijven rondom N2000 gebieden of het ernstig inperken van de activiteiten van de agrarische sector in zijn geheel, voorbarig zijn.

Als niet in beeld is welke bedrijf/bedrijven of emissiebronnen (achtergronddepositie) daadwerkelijk een belasting zijn voor een bepaald kwetsbaar N2000 gebied, is elke regeling of wetgeving bij voorbaat onrechtvaardig en onevenredig.

Binnen het Nederlandse-, Europese- en het bestuursrecht is een beginsel opgenomen dat het proportionaliteit – of evenredigheidsbeginsel heet: Beslissingen van de staat gaan vaak in tegen het belang of de rechten van individuele burgers, ten bate van het algemeen belang. Het proportionaliteitsbeginsel stelt dat de mate van inbreuk op het individueel belang vanuit een bepaalde maatregel proportioneel moet zijn ten opzichte van het beoogde legitieme doel van die maatregel. In het bijzonder dient de inbreuk nooit groter te zijn dan noodzakelijk is voor het beoogde doel.

Het heeft er alle schijn van dat de kennis over emissie en depositie van stikstof in Nederland dusdanig onvolledig is, dat iedere beperking van het belang of de rechten van individuele boeren en burgers, onevenredig is en dus onrechtmatig.

Gezien de onvolledigheid van de emissiedata van het RIVM, het gebrek aan transparantie omtrent  de berekeningsmethodes van het RIVM, de grote mate van onzekerheid over de stikstofbronnen en het feit dat NH3 geen gezondheidsrisico’s oplevert in tegenstelling tot NOx – waar onze overheid een groot deel van de vrijgekomen en opgekochte stikstofruimte voor in wil ruilen, maakt het gerechtvaardigd te eisen dat de Nederlandse overheid op zijn minst de uitslagen afwacht van het driejarige onderzoek door Wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) die de stikstofdepositie rond melkveehouderijen en in natuurgebieden gaat meten. Nog beter zou zijn dat de Nederlandse overheid dit onderzoek (financieel) mee gaat ondersteunen!

Bij dit wetenschappelijke onderzoek worden methoden ingezet die daadwerkelijk de stikstofdepositie op de bodem bepalen. Mesdag Zuivelfonds is opdrachtgever voor dit onderzoek en wil weten tot welke afstand van de boerderijen de ammoniak neerslaat en om hoeveel stikstof het gaat. Tot nu toe worden beide zaken berekend met modellen. Uit het persbericht op de site van het Mesdag Zuivelfonds: In het onderzoek zal worden gewerkt met verschillende meetmethoden, waaronder bio-monitoren. Dat zijn potten met planten op een bodem waar stikstof de limiterende factor voor groei is. Die planten zullen reageren op de hoeveelheid stikstofdepositie: ze zullen harder groeien en de stikstofconcentratie zal toenemen. Daarnaast maken de onderzoekers gebruik van het feit dat er twee verschillende vormen (isotopen) van stikstof bestaan en dat elke bron (landbouw of verkeer) een andere verhouding van deze twee vormen heeft. Als één bron overheerst in de depositie, zullen de planten in de bio-monitor ook de verhouding in stikstof van deze bron aannemen, want de stikstof komt van deze bron. Dit zijn kleine verschillen, maar goed te meten. Het onderzoek zal 3 jaar duren. Er is inhoudelijk contact met het RIVM over dit onderzoek.

Juist het feit dat in dit wetenschappelijke onderzoek nu daadwerkelijk de stikstofdepositie zal worden gemeten in plaats van berekenend via modellen én de vorm van de stikstof zal worden bepaald, maakt dit onderzoek van groot belang.

Want het kan niet zo zijn dat boeren en hun gezinnen van het platteland af worden geveegd op grond van aannames zonder wetenschappelijke grondslag.

“Assumption is the mother of all fuck- ups”. (vert: Aanname is de moeder van alle ellende)

Namens FDF,
Mark van den Oever, voorzitter

29 februari 2020

Tags: geen tags