COVID-19: Situatie in de Europese zuivelsector

[ Bijlage bij dit bericht: informatie_zuivelsector_2020.pdf ]

In Nederland heeft de melkveesector nog niet extreem veel gemerkt van de effecten van de COVID-19 crisis. Dat dit voor de collega’s en melkverwerkers in andere belangrijke zuivellanden in de EU toch wel heel anders is, leren we van de berichten die we van hen ontvangen. De zuivelmarkt heeft het, net als andere landbouwsectoren op veel plekken, heel moeilijk. Vooral de melkverwerkers die de horeca en scholen beleveren, kampen met extreme vraaguitval. Onderstaand een overzicht van de situatie op de Europese zuivelmarkt en de situatie voor individuele melkverwerkers die inmiddels – en in een aantal gevallen vergaande – maatregelen hebben genomen in reactie op het verlies van afzetmarkten.

Al sinds het begin van de Corona crisis, lobbyt de European Milk Board bij belangrijke zuivelwoordvoerders en -beleidsmakers van de Europese Commissie en politieke partijen in Brussel, voor het starten van het crisismanagementprogramma MVP (Markt Verantwoording Programma) waarbij vrijwillig de melkproductie wordt beperkt voor een bonus per gereduceerde liter melk. Aankomende week vindt o.a. een gesprek plaats met vertegenwoordigers van de Europese Landbouwcommissaris en EMB bestuursleden Erwin Schöpkes (voorzitter) en Sieta van Keimpema (vicevoorzitter).

De situatie in de Europese zuivelsector is de afgelopen dagen ernstig verslechterd.
De dramatische situatie kan worden vastgesteld aan de hand van mondiale marktindicatoren en
de situatie die verwerkers en melkproducenten aangeven.
Deze informatie willen we ook de leden van FDF niet onthouden.

Marktindicatoren

De melkmarkt komt steeds meer onder druk te staan. De Europese en internationale marktsignalen geven sinds enkele weken duidelijk aan dat er sprake is van een sterk dalende trend.
Ook de prijzen op de Italiaanse spotmarkt zijn sterk gedaald. De gemiddelde prijs voor april daalde met 9,71% ten opzichte van de voorgaande maand en is nu 30,63 €/100kg. Ten opzichte van april 2019 is dit een daling van 21,60%. Ook de prijzen voor de Futures voor zuivelproducten glijden onderuit op de European Energy Exchange (EEX). De contracten voor boter voor de maand mei daalden vanaf 7 april met maar liefst 10,6% tot € 2.754 per ton, ten opzichte van de voorgaande week.

De EU-prijzen voor magere melkpoeder en boter daalden achtereenvolgens. De prijs van magere-melkpoeder is vorige week met nog eens 3,4% gedaald naar 211 €/100kg.  In de week daarvoor werd al een prijsdaling van 4,4% genoteerd. De boternoteringen bedragen momenteel 329 €/100 kg. Dit betekent een verdere daling van 3,8% sinds vorige week.

De situatie voor de melkveehouders in de afzonderlijke landen wordt steeds kritieker. Door de stijgende seizoensmatige melkleveranties komt er in toenemende mate druk te staan op de melkveehouders. De melkprijzen zijn in verschillende landen ingestort. Zo is de prijs van rauwe melk in Italië drastisch gedaald. Deze ligt momenteel onder de 30 cent per liter. Ook in Litouwen zijn de opbrengstprijzen voor rauwe melk met ingang van 1 april met 3 à 5 cent verlaagd, dat is ongeveer 20 procent van de totale prijs.

Informatie van melkverwerkers en melkfabrieken

Melkfabrieken hebben al de volgende problemen gemeld:

  • Gebrek aan personeel, verscherpte grenscontroles, problemen bij transport die leiden tot problemen op het gebied van inkoop, logistiek en verwerking
  • Sterke daling van de vraag naar zuivelproducten in de horeca maar ook in scholen, kleuterscholen enz.
  • Ingestorte export
  • Instortingen van de melkprijzen in verschillende landen

Voorbeelden van reacties van melkverwerkers door bovenstaande problemen

  • Melk wordt niet meer opgehaald
    • Op 18 maart kondigde de Franse kaasmakerij “Fromageries Schertenleib” bij haar leden aan dat zij de kaasproductie zullen stopzetten in verband met de daling van de vraag.En de melk per 21 maart niet meer ophalen.
             Zie ook: Bijlage 1 – Frankrijk_Fromageries_Schertenleib
    • De coöperatie “Sodiaal Union – Centre Est” eist van haar leden die aan rechtstreekse verkoop van zuivel doen, dat ze de geleverde hoeveelheid melk verlagen tot het niveau van 1 maart tot 15 maart. Doen ze dat niet, dan behoudt de zuivelcoöperatie zich het recht voor, slechts een deel van hun melk nog op te halen.
             Zie ook: Bijlage 2 – Frankrijk_Sodiaal_Unie_Centrum_Est

Oproep tot vrijwillige vermindering van de geproduceerde hoeveelheid melk

  • De zuivelonderneming “Mila Bergmilch Südtirol” heeft in haar circulaire nr. 3/2020, aanhaar melkleveranciers gevraagd om de productie vrijwillig te verminderen. Als reden zijn inkoop en logistieke problemen genoemd.
           Zie ook Bijlage 3 – Zuid-Tirol_Mila_Circulaire
  • De melkleveranciers van de Italiaanse kaasmakerij “Caseificio Taddei” zijn aangemoedigd om hun melkproductie te verlagen door een daling van de vraag.
           Zie ook: Bijlage 4 – Italië_Caseificio_Taddei
  • De Italiaanse kaasmakerij “Igor”, die Gorgonzola produceert, eist ook van zijn melkveehouders om de productie te verminderen. De kaasmaker vermeldt tevens het feit dat de hoeveelheid aangeleverde melk al te hoog is en een groot deel ervan al onder de waarde verkocht wordt.
           Zie ook: Bijlage 5 – Italië_Igor
  • De Franse kaasmakerij “Société Fromagère de Tauves” eist van haar melkleveranciers om hun productie met ten minste 20% te verminderen. De verkoop zou al met 50% zijn gedaald. Er is ook het risico dat de melk niet meer wordt opgehaald.
           Zie ook: Bijlage 6 – France_Tauves
  • De Franse coöperatie “Union Laitière de la Meuse” riep haar leden op om hun melkproductie van april en mei te verlagen naar het niveau van maart 2020.
           Zie ook: Bijlage 7 – Frankrijk_ULM
  • De Belgische zuivelfabriek “Socabel” pleit voor een matiging van de melkproductie. De verwerkingsbedrijven werken al bijna op volledige capaciteit, terwijl er tegelijkertijd een tekort aan personeel is. Bovendien is het nog niet zeker dat de melk van alle melkveehouders in de komende weken kan worden opgehaald.
           Zie ook: Bijlage 8 – België_Socabel
  • De Duitse zuivelfabriek “Schwälbchen” doet een beroep op haar melkproducenten om de leveringshoeveelheid met 20% te verminderen. De reden hiervoor is de sterk dalende verkoop. Overtollige hoeveelheden worden al tegen extreem lage prijzen op spotmarktniveau verkocht.
           Zie ook: Bijlage 9 – Duitsland_Schwaelbchen
  • Als gevolg van de ineenstorting van de export naar Zuid-Europa heeft de Duitsezuivelonderneming “Rücker” haar leden gevraagd om de melkproductie op korte termijn en binnen de mogelijkheden, te beperken.
           Zie ook: Bijlage 10 – Duitsland_Ruecker
  • De Oostenrijkse zuivelfabriek “Ennstal Milch KG” heeft haar leden op de hoogte gebracht van het feit dat een vermindering van de melkproductie absoluut noodzakelijk is. De genoemde redenen hiervoor zijn een daling van de verkoop in de horeca en het toerisme, en onzekerheden over het open verkeer van goederen naar andere landen.
           Zie ook: Bijlage 11 – Oostenrijk_Ennstal
  • De Oostenrijkse “Erlebnissennerei Zillertal KG” kondigde bij haar leden op 31 maart aan dat zij maatregelen moesten nemen in het belang van het voortbestaan van de zuivelfabriek. Vanaf 1 april moeten de melkveehouders hun productie met 20% verlagen ten opzichte van de maand er voor. Alle melk die daarboven nog wordt aangeleverd, wordt tegen de spotmarktprijs van 15 cent per kg afgerekend.
           Zie ook: Bijlage 12 – Oostenrijk_Alpine_Alpine_Zillertal
  • De Belgische Vereniging voor de Zuivelindustrie BCZ-CBL heeft haar melkleveranciers op 23 maart meegedeeld dat er geen extra melk nodig is. Ze roept op tot ieders sociale verantwoordelijkheid, om de eigen productie niet te verhogen.
           Zie ook: Bijlage 13 – België_BCZ_CBL

Oproep om, op Europees niveau, een programma voor volumevermindering te activeren

  • In een brief van 20 maart, heeft Damien Lacombe, voorzitter van de Franse coöperatie Sodiaal, de leden geïnformeerd dat Sodiaal “op Europees niveau, de activering van een maatregel om op vrijwillige basis de hoeveelheid melk te verminderen en pleit voor inwerkingstelling van de maatregelen voor particuliere opslag”.
           Zie ook: Bijlage 14 – Frankrijk_Sodiaal
  • De Franse handelsorganisatie CNIEL (Centre National Interprofessionnel de l’Economie Laitière) vraagt de Europese Commissie om voor april toestemming te geven voor de oprichting van een buitengewoon solidariteitsfonds ter hoogte van 10 miljoen euro (CNIEL- fonds), om elke boer te compenseren voor het beperken van de melkproductie. Verder zullen ook maatregelen voor particuliere opslag worden ingevoerd.
           Zie ook: Bijlage 15 – Frankrijk_CNIEL
  • De Franse federatie van melkproducenten (FNPL) heeft de Europese Unie sinds het begin van de lock down verzocht om acties te ondernemen om de productie te beperken. Artikel 222 van de GMO moet worden geactiveerd om de huidige uitzonderlijke situatie het hoofd te bieden.
           Zie ook: Bijlage 16 – Frankrijk_FNPL

Bovenstaande voorbeelden illustreren de ernst van de situatie voor melkveehouders en -verwerkers in de Europese Unie. Veel zuivelverwerkers nemen belangrijke maatregelen en roepen bijvoorbeeld op tot het verminderen van de melkproductie. Het is echter niet genoeg als individuele bedrijven reageren. De marktindicatoren en de brieven van de verschillende zuivelfabrieken weerspiegelen de gespannen situatie in de zuivelsector.

Op EU-niveau moeten de maatregelen ter beperking van de productie nú worden geactiveerd om een nieuwe crisis op de melkmarkt te voorkomen! Verwerkers en melkproducenten kunnen deze crisis niet alleen aan.

Maatregelen voor crisisbeheer

Beleidsmakers op EU-niveau moeten nu steun verlenen aan het vrijwillig verminderen van de melkproductie, met een begrenzing voor de producenten die meer willen gaan leveren en op basis van het Markt Verantwoordelijkheid Programma (MVP) van de European Milk Board.

De volgende punten moeten in acht worden genomen

  1. Een productiemaximum voor melkproducenten die niet willen deelnemen aan het programma om de productie van melk te verlagen, is absoluut noodzakelijk. Dit betekent dat voor degenen die tijdens de reductiefase hun productie verhogen, een boete moet worden opgelegd over de meer-geproduceerde liters melk.
    Waarom? Als de melkproductie niet wordt begrensd, bereiken de positieve effecten van het vrijwillig verminderen van de melkhoeveelheid, niet het optimale resultaat.
  2. Om ervoor te zorgen dat voldoende melkproducenten aan het programma deelnemen, moet het bonusbedrag per liter niet-geproduceerde melk, voldoende hoog zijn.
    • Toen het volumeverminderingsprogramma in 2016/17 in werking trad, betaalde de EU 14 cent per kilogram niet-geleverde melk. Deze financiële stimulans is echter niet hoog genoeg om voldoende melkproducenten aan te moedigen om deel te nemen aan het programma. Daarom werd bijvoorbeeld in 2016/17 in Frankrijk besloten om dit bedrag op nationaal niveau op te voeren.
      Het uiteindelijke bonusbedrag in Frankrijk bedroeg toen 24 cent voor een maximale volumevermindering van 5% (ten opzichte van de periode van het voorgaande jaar).

Dit voorbeeld moet zeker worden gevolgd, zodat het succes van een vrijwillige volumereductie is gewaarborgd.

Het is belangrijk dat de EU nu ingrijpt, om de problemen die zich voordoen, effectief aan te pakken. Er bestaat een goede kans, dat daardoor voorkomen wordt dat de zuivelsector wordt geconfronteerd met een zeer ernstige crisis.

Namens het bestuur,
Sieta van Keimpema

Tags: geen tags