Bij FDF komen vragen binnen over de spoedprocedure die we op willen starten tegen de Staat, in verband met het uitblijven van een volledig toetsingskader voor legalisatie van PAS-meldingen. Want pas als dat toetsingskader er is kunnen alle 3500 PAS-melders pijlsnel een legalisatieaanvraag indienen. Dan bestaat concreet zicht op legalisatie en kan niet worden gehandhaafd! Want daarop gaat het mis: er is nog geen compleet toetsingskader en dus ook geen ontvankelijke legalisatieaanvraag!
Leden met vragen, hebben die vooral omdat in de wet al is opgenomen dat de PAS melders gelegaliseerd gaan worden door de minister. De minister heeft daarnaast ook verschillende keren beloofd dat de PAS-melders gelegaliseerd zullen worden. “Is dat niet voldoende?”, wordt aan FDF gevraagd.
FDF denkt dat het voor boeren die gegarandeerd hun bedrijf voort willen zetten, erg risicovol is om met de armen over elkaar, te rekenen op invulling van de beloftes van de minister! Want de kans is even groot dat de rechter mogelijk de colleges al heeft gedwongen tot handhaving voordat de minister het benodigde plan heeft vastgesteld. Dan is dat plan dus mosterd na de maaltijd!
Je zult dan op termijn vast een schadevergoeding kunnen krijgen, maar je bedrijf wordt gehandhaafd. Wat waarschijnlijk betekent, (tijdelijk?) stilgelegd. Kan jouw bedrijf dat hebben? Durf je dat risico aan? Dat zijn vragen die PAS-melders zichzelf alleen kunnen stellen en waar ze zelf een besluit over moeten nemen.
Want hoe zit het ook alweer?
De colleges van gedeputeerde staten kunnen pas besluiten om van handhaving jegens PAS-melders af te zien, als sprake is van concreet zicht op legalisatie. En de uitspraken die er tot nu toe door de rechters zijn gedaan, wijzen uit, dat die rechters dat concrete zicht op legalisatie nog niet kunnen vaststellen!
Uit recente uitspraken lijkt te volgen dat sprake zal zijn van concreet zicht op legalisatie als het in art. 1.13a Wet natuurbescherming bedoelde programma is vastgesteld (en de betrokken PAS-melder de nodige gegevens heeft aangeleverd bij de RVO om tot legalisatie te kunnen overgaan). Onze eis zal zijn dat de minister binnen een nader te bepalen termijn (alsnog) een volledig programma vaststelt.
Volgens ons zal door de vaststelling van Deel I van het programma mogelijk nog geen sprake zijn van concreet zicht op legalisatie – we worden in die mening gesterkt door de uitspraken die er tot nu toe zijn geweest. Deel I van het programma voldoet door het ontbreken van onder meer een regeling voor meldingsvrije activiteiten niet aan de eisen die daaraan op grond van de wet worden gesteld.
Geen “half programma”
Bovendien heeft de wetgever de minister opgedragen om (zo spoedig mogelijk) “een programma” vast te stellen en niet “een half programma”. Daarom lijkt Deel I van het programma op zichzelf niet geldig of genoeg te zijn en lijken daaraan geen rechtsgevolgen te kunnen worden ontleend.
Daarnaast hebben PAS melders met de zaak van FDF, kans op een win-win situatie: stel de voorzieningenrechter kan in onze procedure de eis niet toewijzen, omdat volgens hem/haar door de enkele vaststelling van Deel I van het programma in februari 2022 wél sprake kan zijn van concreet zicht op legalisatie, dan hebben wij onze procedure verloren maar wel een krachtig verweer voor PAS-melders verkregen om handhaving te kunnen voorkomen!
Brief met advies voor gedeputeerde staten
De juridisch adviseur van FDF heeft ook kritisch gekeken naar wat de rechters kennelijk missen in het verweer van de gedeputeerde staten van de provincies in de handhavingszaken, aangegaan door de MOB.
Maandag 31 januari hebben we een brief met andere mogelijkheden voor het verweer verstuurd naar alle gedeputeerde staten van alle provincies en naar het Interprovinciaal Overleg (IPO). Deze brief kunnen jullie hier lezen.
In het kort komt het er op neer dat (citaat brief): “ volgens ons, de colleges met succes kunnen concluderen dat handhaving onevenredig is (zodat zij van handhaving mogen afzien en de handhavingsverzoeken van MOB kunnen afwijzen) omdat in geval van PAS-meldingen sprake is van activiteiten met een relatief beperkte stikstofdepositie die ingevolge art. 1.13a Wnb en het in dat verband inmiddels gedeeltelijk opgestelde (Deel 1), maar nog vast te stellen legalisatieprogramma binnen afzienbare tijd zullen worden gelegaliseerd. Terwijl handhaving jegens de betrokken PAS-melders voor hen grote (bedrijfseconomische) gevolgen zou hebben en zij bovendien door een dubbele fout van de minister in een limbo verkeren: zij verrichten op basis van het door de minister opgestelde Programma Aanpak Stikstof activiteiten die door de zgn. PAS-uitspraken van de Afdeling ongeoorloofd zijn geworden en hoewel hen door de wetgever legalisatie in het vooruitzicht is gesteld, kunnen zij legalisatie niet bespoedigen door de passieve houding van de minister bij de uitvoering van de ingevolge art. 1.13a Wnb op hem rustende plicht”.
FDF richt haar belangenbehartiging met deze brief niet alleen op haar eigen leden, maar hoopt door het aandragen van extra argumenten, ook gedeputeerde staten te helpen aan meer juridische munitie in de handhavingszaken. Waarmee alle PAS-melders gediend zijn. Alles voor het resultaat. ALL4One!
Mocht je naar aanleiding van bovenstaande ook mee willen doen met de spoedprocedure? Geef je dan zo snel mogelijk op, klik hier naar het inschrijfformulier, vul het in en stuur het naar secretariaat@farmersdefenceforce.nl. Never give up!
Het FDF-Bestuur
01 februari 2022