In de wrakingsprocedure tegen de kantonrechter in onze dagvaardingsprocedure tegen (demissionair) minister S.A.M. Kaag, heeft de kantonrechter verweer gevoerd.
De kantonrechter heeft onder veel meer gesteld, dat: «De akte en nadere producties van de zijde van [Farmers Defence Force] zijn toegestaan. Het bezwaar van de zijde van de gemachtigde van Kaag is niet gehonoreerd. De [Farmers Defence Force] is dan ook niet in haar verdediging beperkt.»
Daarmee heeft de kantonrechter, zo vermoeden wij, de volgens ons met de eerdere processuele beslissingen gewekte schijn van vooringenomenheid of partijdigheid willen verbloemen.
Echter, de gemachtigde van Kaag heeft, voor zover ons bekend, nooit geprotesteerd tegen de ons ingediende akte en nadere producties. De gemachtigde van Kaag stuurt al zijn correspondentie met de griffier en de kantonrechter ook aan ons. Wij hebben nooit kennisgenomen van een protest tegen de akte en nadere producties. Het verweer van de kantonrechter lijkt in zoverre dus in strijd te zijn met de waarheid!
Als dat zo is, kunnen wij, verrijkt door hetgeen reeds in het wrakingsverzoek was gesteld, er echt niet langer op vertrouwen, dat de kantonrechter ons fundamentele recht zal eerbiedigen op een eerlijke behandeling van onze zaak, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht. Of de veronderstelde onwaarheid nu bewust of onbewust in het verweerschrift is geslopen. Dat eerste kan onmogelijk worden uitgesloten.
Daarom hebben wij de wrakingsgronden dienovereenkomstig uitgebreid.
De zitting bij de wrakingskamer zal plaatshebben op maandag 14 juni 2021, om 9.30 uur, in het Paleis van Justitie in Den Haag.
FDF Team Juridisch
12 juni 2021