Vandaag vond in Utrecht het tweede gesprek plaats tussen de FarmerFriendly-partners (DDB, FDF, NAV, NFO, NVP), CBL, LTO, partijen uit de levensmiddelenindustrie en de Rabobank over het verbeteren van het verdienmodel voor de Nederlandse boeren.
Tijdens het eerste gesprek op 14 januari, presenteerde FDF het Keurmerk FarmerFriendly. De afspraak werd toen gemaakt dat op 10 februari, inhoudelijk, op FarmerFriendly zou worden gereageerd door de overige partijen én werd van ons als FarmerFriendly partners gevraagd met open blik naar andere initiatieven te kijken.
Eén gebakje
Die opdracht hebben we serieus op ons genomen. Naar aanleiding van het onderzoek naar keurmerken en korte ketens, vroeg vicevoorzitter Jos Ubels voorafgaand aan de vergadering even de aandacht, om één van de aanwezigen te verrassen met een slagroomgebakje met daarop het logo van FarmerFriendly. Verder kreeg niemand iets. Er ontstond enige verwarring, want waarom werd er slechts één gebakje uitgedeeld en waarom juist aan deze ene persoon?
Inderdaad, legde Jos uit: waarom zou je slechts één partij/persoon/leverancier een gebakje gunnen terwijl alle partijen/personen/leveranciers dezelfde inzet tonen, dezelfde inspanningen leveren en daardoor evenveel recht hebben op een extraatje…
Dit gebakje was symbolisch voor de huidige Keurmerken in de markt en het ketenbeheer dat we zien in de korte keten: doordat slechts een zeer beperkt deel van de totale keten een extraatje kan krijgen, voelen velen zich ontevreden en te kort gedaan.
Met FarmerFriendly willen we aan die onrechtvaardigheid een einde maken.
Na deze boodschap, was er voor iedereen een FarmerFriendly gebakje.
Nobele doelen
Het CBL presenteerde een aantal punten die de positie van boeren moeten verbeteren. Veel nobele doelen voor de middellange termijn. Over deze punten is uitvoerig gediscussieerd. Er moet juist op de korte termijn geld op het boerenerf komen! Voor de andere ketenpartijen blijkt FarmerFriendly echter moeilijk te liggen hoewel we geen argumenten hebben gehoord waarom FarmerFriendly niet zou kunnen.
Opnieuw heeft iedereen zich verbonden aan de reeds gemaakte afspraak dat we uiterlijk 2 april een beter verdienmodel voor de boeren accepteren.
Keurmerken
Na de presentatie van het CBL, hebben de FarmerFriendly partners hun resultaten van het onderzoek naar Keurmerken in de markt gepresenteerd waaronder het ‘Beter voor’ Keurmerk, ‘On the way to PlanetProof’, en Keurmerken in de pluimveesector, waarbij we de kosten en opbrengsten door deze Keurmerken voor de boeren in kaart hebben gebracht naast de bestaande prijs- en kostenontwikkeling. Duidelijk werd al snel dat via de bestaande methodiek, er geen beter verdienmodel zal worden bereikt: geen van de Keurmerken hebben de afgelopen jaren de kloof tussen kostprijs en opbrengstprijs kleiner gemaakt.
Marktmacht
Met een korte presentatie van FDF-voorzitter Mark van den Oever over marktmacht in de keten, ging de discussie vervolgens flink de diepte in. Waarbij ook dé essentiële vraag op tafel is gelegd: horen we 2 april een ‘ja’ of een ‘nee’ op FarmerFriendly.
Alhoewel er vanuit de overige ketenpartijen nu nog geen oplossing of beter alternatief is gepresenteerd voor verbetering van het verdienmodel voor de boer, hebben alle partijen nog tot 2 april de gelegenheid om daarop een antwoord te vinden.
Voor het CBL, LTO en de zuivelsector was het belangrijk dat op 2 april meer partijen aan tafel zitten. Alhoewel wij daarin geen meerwaarde zien, hebben we aangegeven dat een beperkte uitbreiding van partijen voor ons akkoord is, maar de afspraak dat er op 2 april overeenkomst moet komen over het voorstel dat daadwerkelijk het verdienmodel van de boer zal verbeteren, blijft staan, daarover waren alle partijen het eens. En dat is positief.
Het FDF-Bestuur
10 februari 2021