De brief van demissionair Minister Adema van LNV, is voor veel melkveehouders een grote schok: afroming, generieke korting, veevoernorm, GVE-norm enz. Alle beleidsvoorstellen van Rutte 4, die we als veehouderij de afgelopen jaren met acties en demonstraties én met het floppen van het Landbouwakkoord al als onacceptabel hebben afgewezen. Ze staan opnieuw in deze brief.
Oplossing mestproblematiek
Terwijl er een oplossing is voor het overgrote deel van de boerenbedrijven waarvoor de besluitvorming niet in Brussel ligt, maar hier in Nederland bij de Tweede Kamer! We kunnen in Nederland de Nitraatrichtlijn respecteren door voor een andere beleidsroute te kiezen en daarmee kunnen we de veehouderij redden. En daar hebben we de goedkeuring van Brussel niet voor nodig!
Geen perspectief
Wat de voorstellen in de brief van de demissionaire minister totaal niét opleveren – ondanks zijn stellige bewering van wél – is perspectief voor de melkveehouderij en een oplossing voor de mestproblematiek. De toekomst van de Nederlandse melkveehouderijsector wordt door deze demissionaire minister in zijn totaliteit op het spel gezet!
Met de bewering van Adema dat deze maatregelen nodig zijn “om de kleinere boeren in Nederland over te houden”, bewijst hij weinig sjoege van de realiteit te hebben: juist die grondgebonden, kleinere melkveebedrijven, zijn in de problemen geraakt door zijn stapeling van maatregelen:
- afbouwen derogatie,
- sterk uitbreiden NV-gebieden (aangewezen op basis van sterk verouderde data, aangeleverd door Adema),
- bufferstroken (waarvan het gebrek aan nut en noodzaak al meer dan bewezen is)
- en straks ook nog het verlagen van mestplafonds waardoor de dreiging van een generieke korting (die nu wettelijk nog niet is toegestaan, omdat de sector aan de wettelijke norm voldoet!) als een zwaard van Damocles boven de veehouderij hangt.
Infractie procedure
En huilerig alvast bang zijn voor “infractieprocedures vanuit Brussel” is ook een non-argument: de afgelopen 10 jaar kreeg Nederland tenminste 70 keer te maken met een ingebrekestellingsprocedure. Er volgt sowieso bijna nooit een boete uit, wél onderhandelingsruimte. En een boete kan alleen worden opgelegd door het Hof van Justitie. Apekool dus en bangmakerij door Adema! Daar trappen we niet in.
WAT IS DAN DE OPLOSSING VOOR HET ACUTE MESTPROBLEEM?
Allereerst dus “nee” zeggen tegen Brussel. Kom maar op met die procedure! En ten tweede, Brussel buiten spel zetten. Want dat kan. Bert Jan Ruissen (Europarlementariër namens de SGP) wees ons er vorig jaar al op.
Hoe zit het:
Het mestbeleid met de 170 kg norm voor dierlijke mest op alle landbouwgrond, komt voort uit de keus van de Nederlandse overheid om volgens artikel 5 van de Nitraatrichtlijn het hele land aan te wijzen als gevoelig gebied. Maar dat hoeft niet!
Artikel 3 lid 4 van de Nitraatrichtlijn staat ‘de regel’ van de Richtlijn: “De lijst van kwetsbare zones wordt door de Lidstaten wanneer zulks dienstig is, doch ten minste om de vier jaar, opnieuw bezien en zo nodig herzien of aangevuld ten einde rekening te houden met veranderingen en met bij de vorige aanwijzing onvoorziene factoren. De Lidstaten stellen de Commissie binnen zes maanden in kennis van elke herziening of aanvulling van de lijst van kwetsbare zones”.
In artikel 3 lid 5 staat vervolgens een ‘uitzondering’ waar lidstaten ook gebruik van mogen maken wanneer ze niet aan artikel 3 lid 4 willen voldoen: “De Lidstaten zijn ontheven van de verplichting specifieke kwetsbare zones te bepalen, indien zij overeenkomstig deze richtlijn actieprogramma’s als bedoeld in artikel 5 opstellen en op hun gehele grondgebied toepassen”.
Dat houdt in dat de uitzondering voorschrijft dat een hele lidstaat vervolgens aangeduid wordt als “kwetsbare zone” en te maken krijgt met generieke maatregelen…
Nederland maakt gebruik van die uitzondering. Maar, het hele grondgebied aanwijzen, had niet gehoeven!
In Nederland voldoet maar liefst 97% van de derogatiebedrijven wél aan de 50 mg nitraatnorm: het doel van de Nitraatrichtlijn. Dus kiezen voor de uitzondering is voor 97% van de derogatiebedrijven, een slechte keuze!
170 kg grens vervalt
Wanneer Nederland nu kiest voor de regel, dan vervalt voor de regio’s waar de landbouw aantoonbaar voldoet aan de geëiste ondergrens van de Nitraatrichtlijn, de 170 kg grens voor dierlijke mest.
Er is dan geen onderscheid meer tussen dierlijke mest en kunstmest en de mestplaatsingsruimte kan en mag dan volledig worden ingevuld met dierlijke mest.
Oftewel: we lossen in één keer het mestplaatsingsprobleem op. In Nederland. Zonder dat goedkeuring van Brussel gevraagd hoeft te worden want de wet schrijft immers ‘de regel’ voor en niet de ‘uitzondering’ waar we tot nu toe gebruik van hebben gemaakt. Waarom Nederland eerder voor de uitzondering koos? Uit pure gemakzucht: RVO moet meer controleren bij uitvoering van de regel, als met uitvoering van de uitzondering: dan ligt de ambtelijke last op de schouders van de derogatiebedrijven.
Wanneer we in de Tweede Kamer een meerderheid vinden voor maatwerk per regio – uitvoering van’ de regel’ dus, is een mogelijkheid om in dié regio’s waar de waterkwaliteit in landbouwgebied aantoonbaar voldoet, minder maatregelen op te leggen dan daar waar de waterkwaliteit (aantoonbaar gerelateerd aan landbouwactiviteiten (!) en niet bijvoorbeeld een hondentoilet in de binnenstad) niet aan de normen voldoet.
Het doel van de Nitraatrichtlijn is:
Artikel 1 – de waterverontreiniging die wordt veroorzaakt of teweeggebracht door nitraten uit agrarische bronnen te verminderen, en – verdere verontreiniging van dien aard te voorkomen.
Dus, welke wet of regel rechtvaardigt het om boeren maatregelen op te leggen terwijl hun activiteiten niet de oorzaak zijn van een waterkwaliteit die onder de norm ligt? En wat heeft het voor zin om beperkingen op te leggen aan boeren in regio’s waar de waterkwaliteit op orde is?
Om te voorkomen dat het traject waarmee we over willen gaan op de regel binnen de Nitraatrichtlijn (en dus afstappen van de uitzondering) langer duurt dan de twee jaar waarbinnen we gedwongen worden 600.000 koeien op te ruimen, stellen wij voor per direct een overgangsregeling te bepleiten in Brussel.
De oplossing voor het mestprobleem ligt in handen van de Tweede Kamer waarvan de winnaars van 22 november, in hun verkiezingsprogramma gezegd hebben wél hart hebben voor de landbouw en veeteelt. Zij kunnen, zonder afhankelijk te zijn van Brussel, duizenden boerenbedrijven en hun 600.000 koeien een toekomst bieden. De oplossing ligt hier, binnen onze landsgrenzen! Laten we er als boeren en belangenbehartigers allemaal in Den Haag voor pleiten voor deze route: invoering van ‘de regel’. En ondertussen, ook samen, een overgangsregel bepleiten in Brussel.
4 juni 2024: De dag dat de aardverschuiving in Brussel begint!
Aan de samenstelling van de nieuwe Eerste Kamer (sinds 15 maart 2023) en de Tweede Kamer (sinds 22 november 2023) weten we inmiddels waar de kracht van verandering ligt: in de juiste samenstelling van Parlementen! Waar de wetgeving wordt gemaakt. Wat we samen met elkaar bereikt hebben in Nederland, willen we nu bereiken in ‘Brussel’. Met onze Europese collega’s.
Weg met partijen die zich 5 jaar geleden nestelden in de ivoren torens van Brussel en Straatsburg. Die de welvaart in de EU hebben verpulvert! Armoede, zorgen en wanhoop hebben veroorzaakt met hun verwoestende beleid.
Europese boerenorganisaties – die de demonstraties de afgelopen maanden hebben georganiseerd – melden zich stuk voor stuk aan om samen met ons die aardverschuiving te veroorzaken in Brussel. Door samen te demonstreren op 4 juni! Vlak voor de Europese Verkiezingen willen we iedere boer en burger bewust maken waar hun macht ligt. #StemzeWeg Internationaal. Weg met de Green Deal, weg met de onmogelijke ‘Klimaat’-eisen, en weg met de oneerlijke handelsverdragen die Brussel ons in de nek duwt. Het is tijd voor een nieuwe wind. Die burgers weer centraal zet en hun welvaart op 1! We houden jullie op de hoogte van de vorderingen op weg naar 4 juni!
Het FDF Bestuur
11 april 2024