20210214 - ketting - kogel

“Verdienen in ketens”

Wij, de boeren van Nederland weten wat we nodig hebben: poen op het erf. Poen om het gat tussen opbrengstprijs en kostprijs te dichten. FDF ontwikkelde daarom Keurmerk FarmerFriendly. Een geniaal concept, mededingingsproof omdat het geen prijsafspraak is; geen drempels in de markt opwerpt voor buitenlandse concurrenten; boeren er vrijwillig aan mee kunnen doen en vooral erg overzichtelijk is.
De strijdende boeren zetten vervolgens FarmerFriendly én het verdienmodel, prominent op de agenda van de CBL-leden. Wat resulteerde in de afspraak tijdens het gesprek op 14 januari, waar Sjaak van der Tak op liet nemen dat er vóór 1 april een concreet plan moest liggen voor een beter verdienmodel voor de Nederlandse boeren en tuinders.

2 april

Vrijdag 2 april vond een derde gesprek plaats tussen het CBL, de ketenpartijen uit de verwerkende industrie en woordvoerders van landbouworganisaties waaronder de partners van Keurmerk FarmerFriendly. LTO-voorzitter Sjaak van der Tak presenteerde zijn “model om het verdienvermogen van de boer te vergroten” met als doel “standaards te ontwikkelen die de basis bieden om financiering door de markt te laten dekken via (keur)merken, industriestandaards én daarnaast door ecosysteemdiensten (via landbouwbeleid en de GreenDeal)”.

Alliantie

De presentatie van Sjaak van der Tak is inmiddels breed gedeeld. Wie deze bekijkt, ziet al snel sterretjes en raakt verstrikt in niet-landbouw maar managers jargon, met vervreemdende begrippen als: service-providers, novum, commons, verifieerbare data, Triple Helix (van OVO naar OOO), onderscheidene en bestendige franchise, formule-groep, sector kolom, dimensioneren, propositie … Dat geeft te denken over de auteur(s) van dit ‘model’.

Een kleine zoektocht op internet levert een samenwerkingsverband op waar de groepen die zich nu eensgezind achter ‘plan-LTO’ scharen, elkaar ook al jaren weten te vinden, de Alliantie Verduurzaming Voedsel (AVV).  “LTO, Nevedi, FNLI, Veneca en CBL zijn de organisaties die samen de Alliantie vormen” staat op de site van de AVV en waarvan de agenda klinkt als ‘plan-LTO’: “Het uitgangspunt is dat bedrijven niet individueel voor een duurzame transitie in de gehele- en agrifoodketen kunnen zorgen, maar dat verduurzaming juist door een goede samenwerking in de keten tot stand komt, tussen afnemer en leverancier. We werken nauw samen met het ministerie van LNV en relevante stakeholders’.

Blijvers en wijkers

Van der Tak stelt dat de overheid “in de 90-jaren het actieve blijvers en wijkers-beleid is vergeten”. Volgens LTO “zijn meer, beter en hulp bij implementatie de basis om de markt naar een steeds hoogwaardiger product te laten ontwikkelen. Dat is echter geen oplossing voor alle boeren aangezien het grootste deel van de Nederlandse agrarische output in het buitenland wordt gegeten. Zij die er niet in slagen binnen een keten te functioneren, hun niche te vinden of voor de wereldmarkt te produceren binnen de eisen die vestiging in Nederland aan hen stelt, zullen via een actief en sociaal wijkersbeleid moeten worden geholpen bij het beëindigen van hun bedrijven”.

Pardon LTO? De geschiedenis vertelt een ander verhaal:
Sinds 1950 stoppen er 14 boerenbedrijven pér dag in Nederland. De afgelopen 20 jaar halveerde het aantal boerenbedrijven. Het landbouwareaal nam sinds 1950 af met 510.000 hectare. Ondertussen hebben we nog 1,8 miljoen hectare landbouwgrond over, terwijl voor het voeden van de Nederlandse bevolking, 3,4 miljoen hectare nodig is (bron gegevens CBS).
In de afgelopen 20 jaar werden de eisen aan boeren – binnen de bestaande ketenen die ‘leveringsvoorwaarden’ heten – opgeschroefd zonder dat daar enige vorm van opbrengstprijsverhoging of kostenvergoeding tegenover stond – sterker nog: de opbrengstprijzen daalden! Juist en vooral door de schakels in de keten die nu menen een oplossing te hebben ontwikkeld. Het was én is: ‘slikken of stikken’.

Hoeveel boeren moeten er nog wijken voor het genoeg is?

‘Beter voor …’ van AH heeft slechts 300 melkveehouders nodig om een klein deel van hun zuivelschap te vullen, waarmee ze bij de Nederlandse consument/burger de indruk willen wekken dat AH duurzaam is. De rest van het schap wordt gevuld met producten die overal vandaan komen, zelfs producten die niet geproduceerd zijn volgens de Nederlandse standaarden die AH aan ‘haar boeren’ oplegt. Jumbo doet het niet anders: sinds januari haalt Jumbo een deel van de kip voor hun vers segment ‘1 ster Beter Leven Kip’ uit Polen. Dat is een stuk voordeliger voor Jumbo terwijl de supermarktketen de kostprijs voor de Nederlandse pluimveehouders opjaagde door investeringen af te dwingen voor dit concept.

De landbouwsector dus maar afslanken? Tot er een paar honderd uitverkorenen over zijn die de supermarktkeurmerkjes mogen vullen? Die, zoals plan-LTO stelt: “een mooi landschap tussen de steden” opleveren? Galeislaven verdienen ook in ketens: mee-roeien op de maat, tot ze overboord gekieperd worden.

Financiering

Er is ook al aan de financiering voor de wijkers gedacht. Punt 3, sheet 6 vertelt ons dat de sectorgroep ‘het beheren van fondsen voor wijkers en blijvers’ gaat verzorgen. Wat moeten we daaronder verstaan? Een herhaling van het fosfaatreductieplan? Waarbij ZuivelNL opnieuw niet te beroerd is om via een heffing, geld te incasseren bij de blijvers?

Passende locatie

De ‘uitwisseling van passende locaties’ is nog zo’n term die meerdere malen voorkomt in het plan, zoals op sheet 6 punt 6 dat spreekt over: “Begeleiding van Nederlandse boeren op zoek naar kansen en partnerships in het buitenland”.

Dus: uitsluiting als je niet past in het plaatje van de keten. Met een actief deportatiebeleid om je grond in handen te krijgen – zoals de term ‘grondpolitiek’ suggereert die ook meerdere malen voorkomt. Een voornemen passend bij de recente adviezen voor het regeerakkoord van ‘zwaargewichten’ uit de sector.
Welke kant gaan we op, LTO? Moeten belangenbehartigers nu handlanger worden van de overheid? Wat dat betreft: waar zijn eigenlijk de belangenbehartigers in jullie model? Of zijn die ook uit gefaseerd binnen de integraties die vormgegeven worden door “(merk)fabrikanten, service-providers en retailers”?

Uitweg

Partijen uit de keten reageren enthousiast, aldus Sjaak van der Tak. Begrijpelijk. Het zullen de ketenpartijen zijn die de afgelopen jaren puur gefocust waren op het elkaar aftroeven op marktaandeel (legerhelm bij papa Van Eerd op kantoor: AH-here-we-come). Het zijn de partijen die sinds de introductie van FarmerFriendly hartstochtelijk naar een uitweg hebben gezocht, om maar niets te hoeven bijdragen aan het gat tussen opbrengstprijs en kostprijs bij de boer. Die in eigen belang steeds verder de voorwaarden opschroeven en de prijzen naar beneden bijstellen. Hier en daar een groepje uitverkoren boeren een kleine bonus geven om mooie, maatschappelijke sier mee te maken, maar zonder de immer stijgende marges en het marktaandeel voor de supermarktketens in gevaar te brengen.

Ketenpartners

Die kostendekkende prijs voor de boeren, dat concrete plan voor het boeren-verdienmodel, blijft met Plan-LTO even ver weg als altijd. Toen Sjaak van der Tak begin februari niet meer sprak over een beter ‘verdienmodel’ maar over het ‘verdienvermogen’, was de kogel al door de kerk. Had LTO al voor deze ketenpartners gekozen: 10 februari, tijdens het tweede overleg, werd dat voor ons pijnlijk duidelijk.

Binnen Plan-LTO, kan niet toegewerkt worden naar een kostendekkende prijs. Het CBL verklaarde al ten aanzien van FarmerFriendly dat, zodra de keten bij elkaar gaat zitten in de sectorgroepen waar LTO aan denkt, er alleen nog gesproken kan worden over noodzakelijke aanpassingen in de bedrijfsvoering van de boeren. Nieuwe hoepeltjes om doorheen te springen voor een extraatje – het verdienvermogen. Er zullen geen afspraken gemaakt kunnen worden aangaande een kostendekkende opbrengstprijs. Want prijsafspraken mogen ook in die sectorgroepen niet gemaakt worden!

Tot slot

Plan-LTO heet “Verdienen in ketens”. Maar was “Geketend in het kartel” niet een betere titel geweest?
Het betekent in de huidige vorm niets meer dan ketenintegratie: nieuwe hoepeltjes om doorheen te springen. In het ketenharnas geperst. Het einde aan het vrij ondernemerschap. Omdat uitsluiting volgt als je niet past binnen de beperkte mogelijkheden van de sectorkolom. Je laat je bedrijf opnemen in de keten, of je zorgt zelf maar voor je afzet. Wat zo goed als onmogelijk wordt nu de supermarktketens de gelederen met de industriële verwerkers en de overheid gaan sluiten.

En die betere prijs voor duurzaamheidseisen? LTO-directeur Hans van den Heuvel gelooft daar zelf niet eens in, zoals hij 13 april op Twitter reageert op een onderzoek door PwC: slechts 24% van de Nederlanders zijn bereid extra te betalen voor boodschappen, als die ethisch verantwoord of milieuvriendelijker geproduceerd zijn.
Zou het niet beter zijn LTO, om dit plan in te trekken nu zelfs de LTO-opstellers er al niet meer in geloven? LTO, werk samen met de FarmerFriendly partners. Jullie zijn welkom!

Drie vragen

De boeren die op 2 april naar Utrecht kwamen hadden drie vragen voor Sjaak van der Tak: Hoe snel komt er geld op het boerenerf? Hoeveel geld komt er per boer op het erf? Krijgt iedere boer in Nederland extra geld?

Poen op het erf, op korte termijn, voor álle soorten boerenbedrijven is noodzakelijk. Dat is ons concreet toegezegd op 14 januari. Dat betekent geen cherry-picking door afnemers, geen verdeel en heers! Geen uitsluiting! Garantie van vrij ondernemerschap en diversiteit in bedrijven. Een verdienmodel. Een eerlijker prijs. FarmerFriendly.

Precies wat wij, de boeren van Nederland, nodig hebben. En precies waarvoor de Nederlandse consument wél wil betalen zoals uit marktonderzoek is gebleken: 97% van de Nederlandse consumenten wil 3% tot 10% méér (!) voor zijn boodschappen betalen ALS DAT GELD MAAR RECHTSTREEKS BIJ DE BOEREN AANKOMT! (Zest Marketing). FarmerFriendly is daarom ook op het lijf van de consument geschreven.
Des te opmerkelijker dat de CBL-leden en de verwerkende industrie, die zich zo graag als maatschappelijk betrokken voordoen, aan deze eis van de Nederlandse burger, niet willen voldoen.

2 april was de deadline. LTO heeft niet geleverd. Het CBL heeft niets geleverd. De verwerkende industrie heeft niets geleverd. Zij proberen ons, de boeren, in hun macht te krijgen door ons op te delen in ‘wijkers en blijvers’. Dat staan wij niet toe. Die tijd van verdeel en heers is geweest! De boeren van Nederland zullen, als er niet heel snel een concreet voorstel komt zoals we dat 14 januari afgesproken hebben, de strijd hervatten. Wij voelen ons daarbij gesterkt door de Nederlandse burger die ook vind dat de boeren eerlijk betaald moeten worden. Het is tijd voor FarmerFriendly: de boeren zijn het al, de burgers zijn het al. Nu de partijen nog die zich jarenlang, eenzijdig hebben verrijkt!

Het FDF-Bestuur

14 april 2021

 

Tags: geen tags